Ingezonden brief

Algemeen

Legkippen of melkpakken?

Op 13 april was ik aanwezig op de bijeenkomst over het plan van ondernemer Koolen om een melkfabriek te starten in de leegstaande kippenstallen van (voorheen) Van Deurzen aan de Dennenkamp in Groesbeek. Er werd een positief verhaal geschetst waarin alles en iedereen er op vooruit gaat. Maar zo eenvoudig bleek het niet te zijn, want wensdenken en feiten(kennis) gaan vaak niet samen. En, zoals gebruikelijk, worden kritische vragen afgeserveerd als emoties.

De grote vraag is of we echt iets opschieten met een melkfabriek op deze plek. Alles beter dan een stinkende megastal, zou je zeggen. Het is te prijzen dat het gemeentebestuur inmiddels zelf ook tot het inzicht is gekomen dat kippen ongewenst zijn. Dat is een breuk met het verleden, want vanaf 2001 heeft men voortdurend alles in het werk gesteld om Van Deurzen aan een geldige vergunning te helpen.

Het maakt niet uit of je door de hond of door de kat gebeten wordt, zo luidt het spreekwoord. Een melkfabriek is een industriële activiteit die thuishoort op een bedrijventerrein. Dat is niet voor niets. Staat er eenmaal een fabriek, dan krijg je hem nooit meer weg. Wat klein begint, kan/wil groter groeien met meer gevolgen voor de omgeving. En zo dreigt Groesbeek een nieuw probleem ‘ingerommeld’ te worden. Legkippen of melkpakken, zijn dat echt de enige twee opties? Zou het niet beter zijn als gemeente, provincie en ondernemer een passende plek zoeken op een bedrijventerrein in de regio? En tegelijkertijd de intensieve veehouderij aan de Dennenkamp saneren en het lelijke stallencomplex opruimen?

Nel van den Bergh

Uitgelicht

Digitale krant