Afbeelding
Foto: Bert Roodbeen

Avondsymposium 'Water als wapen'

Algemeen

Foto: Bert Roodbeen

GROESBEEK - Historici lieten op woensdagavond 4 oktober tijdens het avondsymposium 'Water als wapen' in het Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945 in Groesbeek voor een gehoor van ongeveer vijftig aanwezigen hun licht schijnen over een thema dat ten onrechte lang buiten de schijnwerpers is gebleven.

Zij doen dit vanuit Nederlands en Duits perspectief. De avond is een initiatief van het Bevrijdingsmuseum en de gemeente Berg en Dal, in samenwerking met diverse historische verenigingen in het Rijk van Nijmegen. De avond werd geopend door Wiel Lenders, directeur Bevrijdingsmuseum, waarna wethouder Sylvia Fleuren van de gemeente Berg en Dal een korte toespraak hield. Het thema 'Water als wapen' werd door Hans van der Wiel, regionaal historicus Ooijpolder en De Duffelt uitgebreid belicht met een dia en filmbeelden. Na de pauze was er gelegenheid voor het stellen van vragen.

Sprekers en tafelgasten waren: Hans van der Wiel, regionaal historicus Ooijpolder en De Duffelt, Guus Versmissen, Exoduscomité Betuwe, Henk Termeer, algemeen en regionaal historicus (NL WO2 en Rijk van Nijmegen) Wiel Lenders, directeur Bevrijdingsmuseum.

De Slag om Nijmegen werd beslist op 20 september 1944 tijdens de legendarische 'Waaloversteek'. De stad en haar omgeving werden echter frontgebied: een half jaar lang werd het gebied aangevallen door Duitse granaten en bommen. Daarna volgde in de winter van '44-'45 een grootschalige onderwaterzetting die enorme gevolgen had voor de burgerbevolking in met name de Betuwe, de Ooijpolder en de Duffelt. Dit thema stond tijdens het symposium centraal.


De frontlinie ten noorden van de stad Nijmegen liep dwars door de Betuwe en was ten gevolge van hevige gevechten voortdurend in beweging. Uit angst voor een nieuwe grote geallieerde aanval zette de Duitse legerleiding op 2 december 1944 de Betuwe onder water. Wat overbleef was een sinister niemandsland op de plek, waar ooit zo'n 60.000 mensen hadden geleefd. Zij moesten nu elders een heenkomen zoeken.

Niet alleen in de Betuwe gingen de gevechten door. Ook het gebied bij Groesbeek werd frontlinie en kwam derhalve onder hels vuur te liggen vanuit het Duitse Kleve en Reichswald. In totaal werden uit Groesbeek, Beek, Millingen aan de Rijn en omliggende dorpen bijna 30.000 mensen geëvacueerd. Ook de Ooijpolder en de Duffelt kwamen voor een groot deel blank te staan. Het nog droge gebied aan de Nederlandse en Duitse kant, hier en in de Betuwe, lag bezaaid met veldgraven, kadavers, vernielde huizen en legervoertuigen. Honderdduizenden mensen in het Nederlands-Duitse grensgebied raakten op drift en moesten een half jaar lang schuilen en vluchten voor oorlogsgeweld en overstromingen.

Uitgelicht

Digitale krant