Luchtbeschermingsdienst Groesbeek in 1942 op volle sterkte: 'allen traden toe' (1)
De verplichting voor alle gemeenten tot oprichting van deze dienst werd afgekondigd op 23 april 1936. De algemene beginselen van de luchtbeschermingsdienst werden een half jaar later door het rijk uitgevaardigd. Bij de daarna gehouden oefeningen werd er vooral op gelet of de verduistering van de huizen wel in orde was, zelfs het rijden op een fiets met een 'helderlicht uitstralende lantaarn' werd beboet. Na de Duitse inval van 10 mei 1940 werd het menens, zo blijkt uit het onderstaande verslag van 1 mei 1942.
Door Gerrie Diessen, Heemkundekring Groesbeek.
Dezer dagen had alhier een vergadering plaats van de leden van de luchtbeschermingsdienst. De leider van den L.B.D., burgemeester jonkheer Van Grotenhuis, vertrouwde dat allen ongeacht de verplichting, zich gaarne vrijwillig beschikbaar zullen stellen, hun medemensen in geval van nood bij te staan. (….) Het hoofd van den L.B.D., P.Leenders, gaf een duidelijke uiteenzetting van het wezen van de L.B.D. en vestigde vervolgens de aandacht op de gewichtige taak van de blokhoofden en blokploegen. Daar deze in verband met de door hen te verlenen eerste hulp zeer zeker volledig op de hoogte moeten zijn. Vandaar dat deze blokploegen reeds eerder een cursus gevolgd hebben. (…) Naast de overheidsinstantie, de Luchtbeschermingsdienst, bestaat er een Ned. Vereniging voor Luchtbescherming, waarvan enkele maanden geleden reeds een afdeling in deze gemeente is opgericht, met als voorzitter W. van Lieshout (schoolhoofd Breedeweg) en secr./penningmeester J. van Bernebeek (ambtenaar). (…) Allen traden toe als lid.