Carl Fransmann, uitbater ‘Hotel-
pension ‘Groesbeek’ van 1928 -1944
Het in de vorige afleveringen genoemde spraakmakende naaikransje ‘Jonge Kracht’, had op die bewuste avond van 31 aug. 1929 Café Fransmann bezocht, zo blijkt uit de verklaring van de getuige mej. J.M. Gerrits. Anno 2020 zullen alleen bejaarde dorpelingen nog weten waar het etablissement stond.
Door Gerrie Driessen,
Heemkundekring Groesbeek
Het aan de Dorpsstraat gelegen pand, was oorspronkelijk een notarishuis annex kantoor, dat van 1871 tot 1894 als zodanig in gebruik is geweest. Daarna ingericht als pension. De fraai uitgevoerde veranda met bovenliggend balkon is pas later tegen de voorgevel gebouwd. De zaak is in de loop der jaren beheerd door verschillende pensionhouders: Vermeulen, Gielings, Riesener, Groothuijze, Hermans, Niese, Burg en als laatste, van 1928 tot 1944, de familie C. Franzmann-Molenkamp. Na de oorlog, in 1945, komt het pand op aanwijzing van de Rijksoverheid in handen van de gemeente. De logeerkamers worden gebruikt voor het onderbrengen van door het oorlogsgeweld dakloos geworden gezinnen. De lokalen van de benedenverdieping worden toegewezen aan het Bureau Wederopbouw, de parochiebibliotheek en aan huishoudschoolcursisten. In 1959, na de bouw van de Boerenleenbank, wordt het oude pand gesloopt en de vrijgekomen grond ingericht tot parkeerplaats. De Rabobank moest in 2013 plaatsmaken voor de realisatie van het bouwplan Bellevue. De plek waar in 1929 de dames van het naaikransje Jonge Kracht bijeenkwamen, wordt tegenwoordig weer door het vrouwelijk geslacht bezocht, nu voor het kopen van bonbons, pralines en dergelijke zoetwaren.