Spoorbrug in het Staatsbos te Groesbeek, gebouwd in 1865
Het landgoed De Wolfsberg werd in 1860 gekocht door W.E. Rijnbende, directeur van de Onderlinge Brandwaarborg -Maatschappij De Jong en Co te Amsterdam.
Door Gerrie Driessen,
Heemkundekring Groesbeek
Na die aankoop gaf hij in 1861 opdracht tot de bouw van een buitenhuis, dat in de zomer van 1863 voor het eerst door de familie betrokken zal zijn.
Door de aanleg in 1865 van het spoorwegtraject Nijmegen -Groesbeek- Kleef werd het grondstuk van Rijnbende doormidden gesneden. Het gevolg hiervan was dat het gedeelte dat op de terreinkaart stond aangeduid als 'Het Maldens Vak' (later De Hooge Hoenderberg genoemd) alleen nog via een grote omweg te bereiken was. Behalve voor de toegankelijkheid van het terrein was dit ook bezwaarlijk voor het houden van toezicht door boswachters en verder voor een doelmatig onderhoud van het bosgebied. Ook de bestrijding van bosbrand, ontstaan ter gevolge van vonken uit een locomotief, zou vertraging oplopen.
Om voornoemde argumenten zal Rijnbende tijdens de onderhandelingen met de Nijmeegsche Spoorweg Maatschappij over verkoop van zijn grond, de eis hebben gesteld dat er over het spoorwegravijn een brug gebouwd zou worden. Deze veronderstelling stoelt op een bericht gepubliceerd in de Nederlandsche Staatscourant van 5 mei 1876: ‘SPOORWEG NIJMEGEN – KLEEF. De houten bovenbouw van den overwegbrug bij Groesbeek is door een ijzeren vervangen’.
Dit bericht rechtvaardigt het genoemde bouwjaar 1865. Kennelijk was de eerste brug van hout gemaakt, op de gemetselde brughoofden na. Na daar ruim tien jaar met paard en wagen en rijtuig overheen te hebben gereden zal het houtwerk versleten zijn geweest, mogelijk ook nog verrot. Aanleiding de bovenbouw door ijzer te vervangen.