Op de voorgrond het fabrieksgebouw gezien vanuit de toren aan de Kerkstraat in 1946 door A.Luijben. (Collectie GGD). (foto: Archief Gerrie Driessen)
Op de voorgrond het fabrieksgebouw gezien vanuit de toren aan de Kerkstraat in 1946 door A.Luijben. (Collectie GGD). (foto: Archief Gerrie Driessen) Foto: Archief Gerrie Driessen

De Lolaborstelfabriek aan de Kerkstraat (1)

Taalhistoricus en journalist Ewoud Sanders behandelt op 5 mei 2018 in zijn rubriek ‘Betekenis & Definitie’ het woord Lolaborstel als volgt: (1953, uit het Duits, afwasborstel) (…) ‘Hohenlocksted is een klein industriestadje, veertig kilometer ten noorden van Hamburg. (…) In 1950 worden er ook afwasborstels geproduceerd. Deze werden in Nederland Lolaborstels genoemd naar de oorspronkelijke plaatsnaam LOcksteder LAger. Tegenwoordig ervaren wij Lolaborstel als een merknaam, maar in 1953 lag dat volgens de Winkler Prins van de vrouw beslist anders. De èchte Lolaborstels werden indertijd – voor Nederland – gemaakt door de Lola Borstelfabriek N.V. te Groesbeek. (…) Omdat de klassieke houten afwasborstel is verdrongen door die van kunststof, zitten daar inmiddels nauwelijks meer Lolaborstels tussen. (….)


Door Gerrie Driessen,

Heemkundekring Groesbeek


De vermelding dat de echte Lolaborstels in 1953 te Groesbeek gemaakt werden, vormt de aanleiding daar eens aandacht aan te besteden onder meer omdat de fabriek in nov. 1952 door brand verwoest is. Het gebouw stond aan de Kerkstraat en genoot van 1924 tot 1936 bekendheid als schoenfabriek De Ooievaar. Na verschillende bestemmingen te hebben gehad, werd het fabrieksgebouw omstreeks 1948 door de gemeente verhuurd aan de N.V. Klema (fabriek in massa -artikelen van metaal en kunsthars). Het bedrijf ging in 1951 failliet, waarna het gebouw verhuurd werd aan de Lola. Een aanwinst voor het dorp want er kwam meer werkgelegenheid. Toen de fabriek een goed jaar in bedrijf was en aan veertig man werk verschafte, brak er brand uit op 17 november 1952. Het vuur was niet te bedwingen en het hele gebouw brandde af. Slechts een opslagplaats op de eerste verdieping, die door asbest was omgeven en waar tien balen cellulose van 250 kg opgeslagen waren, kon behouden blijven. Het verlies van de fabriek schaadde ook de Nederlandse uitvoer, aangezien het bedrijf al enige maanden op export was ingericht. De borstels gingen naar Amerika, Denemarken en Zweden. Voor de plaatselijke werkgelegenheid was het ook een klap en het gemeentebestuur zag zich genoodzaakt vlug te handelen. Wordt vervolgd. Zie ook Rampspoed te Groesbeek pg. 200 en de website ‘Erfgoednetbergendal’ item ‘De Ooievaar’ en object 0804013.