Weldadigheid (liefdadigheid) naar aanleiding van gruwelijk ongeluk, 1883

Onder de kop 'Weldadigheid' laat het Bureau der Arnhemsche Courant op 20 aug. 1883 weten: ‘’Voor het gezin te Groesbeek dat door den brand alles verloor en waarvan de man het slachtoffer werd van zijn pogingen om nog iets te redden, ontvingen wij van V. uit Rotterdam, onder het motto: ‘Door Liefde Gedrongen’, fl. 10,- . Verder werd voor: ‘de weduwe van den verbranden man te Groesbeek’, overgemaakt: door M. f.10.- , Th.I. f. 2,50, C.I. f. 1,-. de B. f.1,- , Th.L.f. 1-,- en door D. fl. 2,-.


Door Gerrie Driessen,

Heemkundekring Groesbeek


De aanleiding tot de inzameling was een gruwelijke gebeurtenis, waarvan door de Arnhemsche courant op 15 augustus 1883 in onverbloemde bewoordingen verslag werd gedaan: EEN VERSCHRIKKELIJK ONGELUK                                                        

Te Groesbeek had gistermiddag een verschrikkelijk ongeluk plaats. Terwijl de bewoners afwezig waren, geraakte het huis van H. Arnoldussen door een onbekende oorzaak in brand, De man, vader van 8 kinderen, die op enige afstand van het huis op het land werkzaam was, kwam toegesneld en verschafte zich door het inslaan der achterdeur toegang tot de stal, waarin zich 2 koeien, 1 kalf en 5 varkens bevonden. Enige ogenblikken later kwam hij op handen en voeten er uitgekropen met het kalf voor zich uit, doch zelf geheel brandende; in zijn angst liep hij het land op, door een dichte doornen heg en zo snel, dat zij, die hem met natte doeken te hulp snelden, hem slechts met moeite konden inhalen. Alles was hem van het lichaam gebrand. Zijne voeten en onderbenen waren geheel verbrand, en ook was de huid bijna over het gehele lichaam verschroeid of verbrand. Het was een verschrikkelijk toneel, dat ontvelde lichaam in de armen van zijne wanhopige vrouw te zien liggen, omringd door de schreiende kinderen, en roerend was het daarbij te horen , dat de zorgvolle echtgenoot nog eigen pijn en leed vergat, en men hem slechts hoorde jammeren over het lot dat hun wachtte, die hij weldra zou verlaten. Alleen het huis was voor een kleine som verzekerd; vee, inboedel en reeds binnengebrachte oogst daarentegen niet, zodat het oppassend gezin, dat zich door ongekende vlijt en arbeid enigszins had opgewerkt, nu tot armoede moet vervallen, indien er geen welverdiende hulp verleend wordt. Hedenmorgen is de man aan de bekomen brandwonden overleden. *

Het gemeentebestuur van de armlastige gemeente Groesbeek plaatst op 22 augustus 1883 in de Arnhemsche Courant de volgende oproep: LANDGENOTEN!

Door de nieuwsbladen zijt gij in kennis gesteld met de ramp, die een zeer oppassend gezin in de gemeente Groesbeek trof. (…) waarbij een vader van 8 kinderen het slachtoffer werd.(…) Een collecte, voor hem in deze gemeente gehouden, heeft wel de algemene deelneming in hun ongeluk doen zien, maar de opbrengst stelt mij niet in staat om voldoende in hunne nood te voorzien. Een beroep op de algemene weldadigheid vertrouw ik, dat hierbij niet te vergeefs zal zijn. Gaarne verklaar ik mij bereid tot ontvangst van hetgeen gij voor deze diep ongelukkige weduwe en hare 8 kinderen zou willen af zonderen.

R.M. Ottenhoff, Burgemeester.