Burgemeester Slinkman bezoekt Vrijheidsmuseum. (foto: Joop Verstraaten)
Burgemeester Slinkman bezoekt Vrijheidsmuseum. (foto: Joop Verstraaten) Foto: Joop Verstraaten

Bezoek burgemeester aan Vrijheidsmuseum

GROESBEEK - Nu de coronamaatregelen worden afgeschaald en de cultuursector zijn deuren weer heeft geopend, kan ook de burgemeester weer langs bij de mooie culturele instellingen in Berg en Dal. Deze keer bezoekt hij de tentoonstelling ‘De Zwarte Driehoek’ in het Vrijheidsmuseum. Hij wordt rondgeleid door directeur Wiel Lenders.

Beste Wiel, hoe kijk je terug op de afgelopen periode?
De Covid-tijd was een hele lastige voor het Vrijheidsmuseum, net zoals voor veel andere organisaties en bedrijven. Dankzij de steun van het grote publiek, verschillende overheden en fondsen zijn we er ongeschonden uitgekomen en richten we ons weer volop op de toekomst. Nieuwe tijdelijke tentoonstellingen, educatieve programma’s en evenementen zullen ons beslist helpen weer snel op de klaver te komen.

Hoe is het voor de medewerkers en vrijwilligers om weer open te zijn?
Voor iedereen is dat een feest! Al mijn collega’s weten natuurlijk dat we praktisch zonder subsidie werken. We krijgen jaarlijks van de gemeente een exploitatiesubsidie van 22.000,- euro, maar dat bedrag is net zo groot als de WOZ-aanslag. Als de deuren dicht zijn hebben we dus geen inkomsten. Maar vooral: we doen het tenslotte juist voor de bezoekers! Als zij de geschiedenis en onze vrijheidsboodschap beleven zoals wij dat voor ogen hebben genieten we! De reviews die we van de bezoekers binnen krijgen zijn bijna altijd in superlatieven lovend. Daar doen we het voor!

Als museum willen jullie vernieuwend en relevant zijn, en verband leggen met actuele vraagstukken. Heeft dat ook de keuze voor deze bijzondere tentoonstelling bepaald?
Zeker. Daklozen, sekswerkers, alleenstaande moeders, arme grote gezinnen, langdurig werkelozen, kinderen in de jeugdzorg. Dit is slechts een greep uit de zeer diverse groep mensen die tussen 1933 en 1945 het stempel ‘asociaal’ kreeg en naar een concentratiekamp werd gedeporteerd. In het kamp waren zij herkenbaar aan een zwarte driehoek op hun kampkleding. De stigma’s en uitsluiting die in de samenleving bestonden, achtervolgden hen tot in het kamp. Ook na de oorlog zijn veel van deze groepen gestigmatiseerd en uitgesloten, vaak tot op de dag vandaag. Daar ligt de verbinding tussen geschiedenis en de actualiteit.

In tegenstelling tot joden, homoseksuelen, Roma en Sinti, is dit een groep slachtoffers van de nazi’s waar je zelden iets over hoort. Hoe verklaar je dat?
De groep ‘asocialen’ was niet de grootste groep vervolgden en ging bovendien gebukt onder een stigma. Het onderwerp is tot nu toe alleen in Duitsland onderzocht. Het Vrijheidsmuseum is de eerste die dat in Nederland doet. Het is typisch een verborgen geschiedenis die zoals zo vaak buiten de schijnwerpers blijft omdat ook historici niet altijd op zoek zijn naar het ‘verborgene’ en ze de neiging hebben vooral steeds het ‘bekende’ op te zoeken.

Wat zijn de reacties van mensen op de tentoonstelling?
We krijgen alleen maar hele lovende reacties, de bezoekers zijn meestal zeer onder de indruk. Als we dat horen en zien dan weten we dat we ons werk goed doen.