Gedicht van de week

Cyclus

na veel te veel donkere winteravonden
waarin de natuur tot stilstand is geraakt
wordt doortastende koude steeds meer gelengd
ontmoet het abrupte winterse duister
opnieuw het vertragende Maartse schemer
een nieuw seizoen ontwaakt
dan duwt verrassende zwoelheid
toedekkende kilte resoluut opzij
klinkt voor het eerst weer merelgeluid
vanuit het ingezette volledige duister
vult mijn opgeraakte levensblijheid bij
nieuwe zachtheid is haast teder
van deze avond door ingetogenheid bepaald
laat zich horen zoveel opgewonden vogelbruiden
door mijn gemoed met gejuich onthaald
de wind komt nu vanuit het zuiden
noordelijke koude wordt met gelijke munt terugbetaald
als de ochtend opnieuw naar koude smaakt
verzet mijn lijf zich tegen verkillen
de avond ervoor immers is de winter fataal gewond geraakt
en zal ons niet lang meer laten rillen
verlangend zoekend keer ik verlossende details in het zicht
onder bloempot de pop van een kever als zoveelste kloon
de opgerolde slapende rups-zal eerst nog veel lenteblad moeten verslinden
op weg naar vlinder zonder een gewicht
is de winter voor een nieuwe lente gezwicht

(uit de bundel Autoweg naar Toen) 

Peter Sebastiaan Gieselaar (Seb)