(Foto: Archief G.G. Driessen)
(Foto: Archief G.G. Driessen)

'Jan Kersten en Gerrit Kosman veroordeeld tot de straf van het zwaaien van het zwaard over het hoofd, met al de toebereidselen

Algemeen

Door Gerrie Driessen, Heemkundekring Groesbeek

14 november 1843: Gisteravond werden aan de Graafseweg nabij het Hatersepad, twee commiezen der belastingen onverwachts door een aantal met knuppels gewapende personen moorddadig geslagen. Na door behulpzame personen in de stad te zijn gebracht bleek dat de commies D. Wiechman, buiten verschillende kneuzingen, zijn rechter arm had gebroken.

De commies P. Staverman werd ter plaatse van het misdrijf dood aangetroffen. Onderzoek wees uit dat hij door een slag tegen het hoofd dodelijk getroffen was. Van de daders is tot nu toe nog niets ontdekt. (…) Nadat bijna 150 getuigen gehoord waren, wordt op 2 februari 1844 bekend gemaakt dat het rechtelijk onderzoek, ingesteld tegen de personen Jan Kersten, Gerrit Kosman, Antoon Tijssen en Jan Kosman, te Mook en Groesbeek woonachtig, is afgelopen. De drie eerst genoemden zijn 'ten criminele verwezen' terwijl laatst genoemde in vrijheid en buiten vervolging is gesteld. Op 4 april 1844 wordt bericht dat het gerechtshof te Arnhem uitspraak heeft gedaan in de zaak van de als smokkelaars bekende staande Jan Kersten te Groesbeek en Gerrit Kosman te Mook, tijdens den Belgische Opstand burgemeester aldaar. Beiden worden schuldig verklaard aan moedwillige doodslag in onderlinge medeplichtigheid, gepleegd in den avond van den 13 november 1843 op de commies P.Staverman. Het vonnis luidt: 'veroordeeld tot de straf van het zwaaien van het zwaard over het hoofd, met al de toebereidselen, welke bij de onthoofding plaats hebben, voorts tot een opsluiting in een tuchthuis, voor den tijd van acht en tien jaren, en in de kosten der procedure'. Over de straf het volgende: In het begin van de 19e eeuw waren de openbare strafvoltrekkingen (waaronder geselingen en onthoofdingen) al niet meer in gebruik. In 1840 werd het laatste doodsvonnis in Arnhem voltrokken en in 1847 werd bij Koninklijk Besluit de doodstraf afgeschaft. In de zeven jaar daartussen, als de doodstraf wel werd uitgesproken, dan zwaaide de beul slechts met het zwaard over het hoofd van de veroordeelde, die vervolgens meestal in het tuchthuis verdween.

Bron: Google 'Galgenberg Arneym'.

Uitgelicht

Digitale krant